WESTFRIES MUSEUM: VERNIEUWDE VOC-ZAAL

Sinds 21 april 2018 is het werk Nootmuskaat en Foelie te bewonderen in het Westfries Museum te Hoorn. Dit werk is aangekocht door het museum en onderdeel van de vernieuwde VOC-zaal. In deze ruimte wordt het verhaal verteld van de geschiedenis van de grootste handelsonderneming uit de Gouden Eeuw en de rol van de steden Hoorn en Enkhuizen daarin.

In de vernieuwde VOC-presentatie van het Westfries Museum is ruimte voor verschillende perspectieven op de geschiedenis van de VOC. In de zaal worden historische objecten gecombineerd met hedendaagse kunstwerken. Die laten de bezoeker nadenken over de uiteenlopende effecten die de Nederlandse handelsexpansie in de zeventiende en achttiende heeft gehad op de landen waar de VOC actief was.

Eén van die kunstwerken is: 'Nootmuskaat en foelie' waarin Tineke Fischer reflecteert op de menselijke prijs die is betaald in de strijd om het monopolie op de lucratieve specerijenhandel op Indië, in het bijzonder die op nootmuskaat. Met deze strijd is de naam van gouverneur generaal Jan Pietersz Coen verbonden. In 1621 liet hij de Banda-eilanden vrijwel geheel ontvolken, om zo het monopolie op de nootmuskaathandel in handen te krijgen. Mede hierdoor staat hij vandaag de dag nogal ter discussie. Ook aan dit actuele debat besteedt de vernieuwde presentatie aandacht.

Achtergrond

Tijdens contacten met het Westfries Museum raakte ik geïnteresseerd in de VOC. In 2014 ontstond het idee om er wat mee te doen. Het wel en wee van verre volkeren uit de geschiedenis zijn voor mij een grote inspiratiebron. Ik ben me toen gaan verdiepen in de geschiedenis van de VOC en de handel in de nootmuskaat.

En zoals dat gaat met een kunstproject, het heeft tijd nodig om te rijpen en vorm te krijgen. Er kwamen zoveel dingen op me af die ik moest verwerken en waar ik een weg in moest vinden. Om de richting te vinden, heb ik het thema VOC en handel in de Gouden Eeuw eerst geschilderd. Voor mij was dat de meest logische manier.

Ik werk veel als schilderes. Zo ontstond via de omweg van mijn schilderijen in mijn verbeelding een installatie. Door die ideeën kwam een nieuwe discipline om de hoek kijken en wel keramiek. Die techniek heb ik me eigen gemaakt. Daar is de installatie 'Nutmeg en Folium' uit ontstaan voor de J. Pzn. Coenzaal in het Westfries Museum in Hoorn. Het is een combinatie van film, geluid en beeld. Voor mijn schilderijen wilde ik meer verbinding met het land Indonesië.

Batik

Voor mij zijn Indonesië en batik onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daardoor ontstond het idee om op een 'batik' te gaan schilderen. Ik kende de naam batik en wist iets van de vormen die erbij ontstaan maar dan hield het op. Dus moest ik gaan leren over was en over verfstoffen voor katoen en zijde. Met de aangeleerde techniek heb ik canvas met was behandeld om het craquelé effect te krijgen. Batik wordt op dunne katoen gedaan terwijl ik met dik canvas werkte. Het kostte wel wat moeite om op canvas te krijgen wat ik wilde.

Op die ondergrond ben ik mijn voorstellingen van 5 plantages gaan schilderen met ei-tempera en houtskool. Ik houd van figuratieve vormen omdat ik daarmee, naar ik denk, beter duidelijk kan maken wat ik wil vertellen. In mijn compositie wil ik een beeld oproepen van weleer en een gevoel dat je door de plantages uit die tijd loopt. Het idee, dat je even in dat land bent met z'n rijke cultuur en exotische geuren.

In dit VOC-project ben ik over eigen grenzen gegaan om mijn beeldtaal te ontwikkelen en heb ik mijn palet aan mogelijkheden vergroot.

uit: Vezel, 2019 no.4